Rijkdom aan kaders
De auteurs bieden de lezer een waaier aan praktische modellen aan waaronder:
Het kernkwadrant van Ofman: een intuïtieve en effectieve manier om kwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën in kaart te brengen.
De logische niveaus van Dilts: nuttig om te verkennen op welk niveau belemmeringen of veranderingen zich situeren (omgeving, gedrag, overtuigingen, identiteit).
Het GRROW-model volgens Jef Clement (gebaseerd op John Whitmore): een gestructureerde gesprekskapstok gebaseerd op doelen, realiteit, hulpbronnen, opties en actie.
Het professionele zelfverstaan van Geert Kelchtermans: een krachtig model dat de dieperliggende drijfveren en overtuigingen van een leraar blootlegt.
De auteurs maken deze modellen toegankelijk en tonen ook aan hoe je ze als coach kunt gebruiken, afhankelijk van de aard van het gesprek of de hulpvraag van de coachee.
Praktische toepasbaarheid
Een sterk punt van het boek is de praktische vertaalslag van theorie naar praktijk. De auteurs leggen gesprekstechnieken zoals doorvragen, herkaderen, concretiseren helder uit en bespreken ook hun effect en valkuilen. Zo raden ze aan om de ‘waarom-vraag’ zoveel mogelijk te vermijden omdat die vaak in het verleden graaft en defensieve reacties kan oproepen. In plaats daarvan focussen ze op coachende toekomstgerichte vragen die nieuwsgierigheid en exploratie stimuleren.
De auteurs schenken ook aandacht aan actief luisteren, stiltes en het leren lezen van non-verbale signalen. Ze behandelen verschillende gespreksvormen (reflectie-, feedback- en feedforwardgesprekken), geven duidelijke richtlijnen over hoe en wanneer ze in te zetten en bespreken het belang van timing, voorbereiding en sfeer bij coachingsgesprekken.
Persoonlijke kwaliteiten van een goede coach
Een ander waardevol aspect van het boek is de nadruk op de innerlijke houding van de coach. Eigenschappen zoals empathie, discretie, betrouwbaarheid, aanwezigheid en toewijding zijn volgens de schrijvers cruciale bouwstenen om succesvol te coachen.
Het boek daagt de lezer uit tot zelfreflectie. Ben ik écht aanwezig in het gesprek? Ben ik geneigd te snel advies te geven of het gesprek te veel te sturen? Heb ik voldoende oog voor mijn eigen emotionele reacties? Deze meta-reflectie verhoogt de kwaliteit van het coachingsproces en draagt bij aan de professionalisering van de coach zelf.
Uitdagingen en valkuilen
Het laatste deel van het boek gaat in op specifieke moeilijkheden waar coaches mee kunnen worstelen, zoals het omgaan met emoties (boosheid, verdriet, angst, vreugde), overdracht en weerstand. De auteurs slagen erin deze thema’s met nuance en respect voor de complexiteit ervan te behandelen. Ze wijzen ook op valkuilen zoals relativeren (“zo erg is het toch niet?”), egocentrische empathie (“ik heb dat ook meegemaakt”) en het aandragen van snelle oplossingen. Zulke reacties - hoewel vaak goed bedoeld - kunnen het reflectieproces blokkeren of de coachee het gevoel geven niet écht gehoord te worden.
Ook de wijze waarop de auteurs weerstand benaderen is sterk: niet als een hinderpaal, maar als een ingang voor verdieping. Door weerstand te erkennen, bespreekbaar te maken en samen te onderzoeken, ontstaat er ruimte voor betekenisvolle verandering.
Conclusie
De stijl van het boek is helder, vriendelijk en aanmoedigend. Hoewel het boek een aantal modellen bevat, is het zeer toegankelijk en herkenbaar voor iedereen die in het onderwijs werkt. Wat bijdraagt aan de leesbaarheid zijn de vele concrete voorbeelden en gespreksfragmenten die illustreren hoe de theorie in de praktijk tot leven komt. Coach je Onderwijscollega is een warm, deskundig en diepgaand handboek dat elke leerkracht, mentor, begeleider of directielid - die de ambitie heeft om collega’s te ondersteunen in hun professionele groei - kan versterken. Aangezien onderwijs meer en meer een teamsport wordt, is elkaar goed kunnen coachen een belangrijke vaardigheid in een lerarenteam. Dat leer je via dit boek en uiteraard door het veel te doen. Het boek is uitgegeven bij Pelckmans.